Yamaha PSR-E353 Musical Toy Instrument User Manual


 
De functies
PSR-E353 Gebruikershandleiding
41
Hoofdvoice (pagina16)
009 Volume M.Volume 000–127 *
Past het volume van de keyboardperformance aan wanneer u met
een song of stijl meespeelt.
010 Octaaf M.Octave -2 – +2 * Bepaalt het octaafbereik voor de hoofdvoice.
011 Chorusdiepte M.Chorus 000–127 *
Bepaalt hoeveel van het hoofdvoicesignaal naar het chorus-effect
wordt verzonden.
Dual-voice (pagina17)
012 Dual-voice D.Voice 001–573 * Hiermee selecteert u een dual-voice.
013 Volume D.Volume 000–127 * Bepaalt het volume van de dual-voice.
014 Octaaf D.Octave -2 – +2 * Bepaalt het octaafbereik voor de dual-voice.
015 Chorusdiepte D.Chorus 000–127 *
Bepaalt hoeveel van het dual-voicesignaal naar het chorus-effect
wordt verzonden.
Splitvoice (pagina17)
016 Splitvoice S.Voice 001–573 * Hiermee selecteert u een splitvoice.
017 Volume S.Volume 000–127 * Bepaalt het volume van de splitvoice.
018 Octaaf S.Octave -2 – +2 * Bepaalt het octaafbereik voor de splitvoice.
019 Chorusdiepte S.Chorus 000–127 *
Bepaalt hoeveel van het splitvoice-signaal naar het chorus-effect
wordt verzonden.
Effecten
020 Reverbtype Reverb
1–3 (Hall 1–3)
4–5 (Room 1–2)
6–7 (Stage 1–2)
8–9 (Plate 1–2)
10 (Off)
** Bepaalt het reverbtype, waaronder 'uit' (10). (pagina73)
021 Reverb-niveau RevLevel 000–127 64
Bepaalt hoeveel van het voicesignaal naar het reverb-effect wordt
verzonden.
022 Chorus-type Chorus
1 (Chorus1)
2 (Chorus2)
3 (Chorus3)
4 (Flanger1)
5 (Flanger2)
6 (off)
** Bepaalt het chorus-type, waaronder 'uit' (6). (pagina73)
023 Paneelsustain Sustain ON/OFF UIT Bepaalt of de functie Paneelsustain aan of uit staat.
024 Master EQ-type MasterEQ
1 (Speaker)
2 (Headphone)
3 (Boost)
4 (Piano)
5 (Bright)
6 (Mild)
1 (Speaker)
Stelt de equalizer voor de uitgang van de luidspreker in op een
optimaal geluid in verschillende luistersituaties. (pagina14)
025 Wide-type Wide
1 (Wide1)
2 (Wide2)
3 (Wide3)
2 (Wide2)
Bepaalt het type Ultra-Wide Stereo.
Hogere waarden produceren een beter Wide-effect. (pagina18)
026 Suppressor Pan SupprPan L63 – C – R63 C
Past de positie van het afspeelgeluid van het externe audio-
apparaat aan om te worden geannuleerd of verlaagd (pagina30).
027 Voice-uitgang VoiceOut
1 (Normal)
2 (Separate)
2 (Separate)
Deze functie werkt als Splitvoice (pagina17) is ingeschakeld of
Duomodus (pagina21) aan staat. Als 'Normal' is geselecteerd,
klinken de performancegeluiden van de linker- en rechtervoice
uit zowel de linker- als de rechterluidspreker. Als 'Separate' is
geselecteerd, klinkt het performancegeluid van de linkervoice
uit de linkerluidspreker en dat van de rechtervoice uit de
rechterluidspreker.
Harmony (pagina19)
028
Harmonie-/
arpeggiotype
Harm/Arp
001–026 (Harmony)
027–176 (Arpeggio)
*
Hiermee bepaalt u of Harmonietype of Arpeggiotype is
geselecteerd.
029 Harmony-volume HarmVol 000–127 *
Bepaalt het niveau van het harmonie-effect als een van
de harmonietypen 1-5 is geselecteerd.
Arpeggio (pagina19)
030 Arpeggio-snelheid Arp Velo
1 (Original)
2 (Thru)
**
Als 'Thru' is geselecteerd, worden arpeggio's afgespeeld met
een volume dat overeenkomt met de sterkte waarmee u het
toetsenbord bespeelt. Als 'Original' is geselecteerd, worden
arpeggio's afgespeeld op het oorspronkelijke volume, ongeacht
uw afspeelsterkte.
031 Pedaalfunctie Pdl Func
1 (Sustain)
2 (Arp Hold)
3 (Hold+Sus)
* Zie pagina20.
Computer (pagina42)
032 PC-modus PC mode PC1/PC2/OFF UIT
Optimaliseert de MIDI-instellingen als u het instrument aansluit
op een computer (pagina42).
Functie-
nummer
Functienaam Display Bereik/instellingen
Standaard-
waarde
Beschrijvingen