Pas op dat u de ouderunit niet volledig uitschakelt door de volumeregelaar naar de uit-positie te
draaien.
De geluidsniveaulampjes op de ouderunit geven een visuele waarschuwing bij elk geluid dat
de baby maakt. Hoe harder het geluid, hoe meer lampjes gaan branden.
Als er geen geluid wordt waargenomen, zijn alle geluidsniveaulampjes uit.
Systeemcontrolealarm
De standaardinstelling van het systeemcontrolealarm is ‘uit’ ?. Wanneer het systeemcontrolealarm is
ingesteld op ‘aan’, piept de ouderunit en knippert het SYSTEM CHECK-lampje rood wanner de
verbinding met de babyunit is verbroken.
1 Draai de vergrendelknop aan de onderzijde van de ouderunit een kwartslag (1) met een
schroevendraaier. Schuif vervolgens de klep van het batterijvak omlaag om deze te
verwijderen (2). (g. 23)
2 Zet de schakelaar van het systeemcontrolealarm in het batterijvak op ‘aan’ >. (g. 24)
3 Schuif de klep van het batterijvak terug op de ouderunit (1). Draai vervolgens de
vergrendelknop met een schroevendraaier een kwartslag om de klep vast te maken (2). (g.
25)
Opmerking:Bij de standaardinstelling knippert het SYSTEM CHECK-lampje alleen rood als de verbinding
is verbroken.
Nachtlampje
1 Druk op de knop voor het nachtlampje Q om het nachtlampje in of uit te schakelen. (g. 26)
Schakel het nachtlampje uit als de babyunit op batterijen werkt om energie te besparen.
Belmodus
In deze modus belt de babyunit een voorgeprogrammeerd telefoonnummer als een geluid wordt
waargenomen. U kunt tevens het telefoonnummer bellen waarop de babyunit is aangesloten om
even naar uw baby te luisteren.
De babyfoon in belmodus zetten
1 Schakel de babyunit en de ouderunit in.
2 Controleer of:
de bijgeleverde telefoonkabel op de aansluitopening telefoonlijn-in van de babyunit is
aangesloten.
ten minste één telefoonnummer is opgeslagen in het geheugen van de babyunit.
3 Druk op de MODE-knop van de babyunit om de unit in belmodus te zetten. (g. 15)
Opmerking:Als Ç op het display gaat branden, is er geen verbinding met het telefoonnetwerk. Maak
verbinding met het telefoonnetwerk aan de hand van de stappen in ‘Klaarmaken voor belmodus’.
4 Druk op de M-knop (geheugen) om het telefoonnummer te kiezen. (g. 12)
Hebt u Snelinstallatie gebruikt om een telefoonnummer in het geheugen op te slaan, druk dan
op M1.
Hebt u de babyunit met de PRG-knop geprogrammeerd, kies dan een van de telefoonnummers
die in het geheugen zijn opgeslagen (M1-M5).
5 Schuif de SENSITIVITY-schuifknop naar het gewenste gevoeligheidsniveau van de microfoon.
(g. 21)
Zie ‘Gevoeligheid microfoon’ voor instructies voor het instellen van de microfoongevoeligheid
van de babyunit.
,
-
-
-
-
-
NEDERLANDS 123