NL
59
2 Plaats vier AA-batterijen van 1,5 V in het batterijvak
(batterijen niet meegeleverd - aanbevolen worden Philips
alkalinebatterijen). Let hierbij op de positie van de plus- en
minpool.
3 Gebruik een munt om het klepje van het batterijvak (A-10) te
sluiten.
➜De babyeenheid is nu klaar voor gebruik op
batterijen.
Oudereenheid
In de oudereenheid zijn al oplaadbare batterijen geplaatst.
1 Sluit de voedingskabel aan op de voedingsingang
(9 V DC
——<<++
- B-7) van de oplader (B-5).
2 Steek de adapter (B-3) in een stopcontact.
3 Zet de oudereenheid in de oplader (B-5).
>Het oplaadlampje (B-6) licht rood op.
4 Laat de oudereenheid in de oplader (B-5) staan tot de
batterijen volledig zijn opgeladen (ten minste 14 uur).
> Als de batterijen volledig zijn opgeladen, wordt het
oplaadlampje (B-6) langzaam donker. De oudereenheid kan
nu uit de oplader worden genomen en tot 10 uur lang
snoerloos worden gebruikt.
> Als het voedingslampje (B-10) rood knippert, dan wordt de
batterij te zwak. Zet de oudereenheid dan in de oplader
(B-5) om de batterij op te laden.
➜ De oudereenheid is nu klaar voor gebruik!
Gebruiksklaar maken van de babyfoon