3 Schakel het oudertoestel in en stel de geluidssterkte in op het gewenste
niveau met de VOLUMEREGELAAR AAN/UIT-knop (14).
Het digitale indicatielampje ‘verbinding’ (11) licht continu groen op wanneer
het oudertoestel en het babytoestel verbinding met elkaar hebben.
Overige functies
Storing voorkomen
• Wanneer zich storing voordoet of de ontvangst slecht is, zet dan beide
toestellen op het andere kanaal om de geluidskwaliteit te verbeteren.
Zorg er steeds voor dat de kanaalkeuzeknoppen (4 en 10) op beide
toestellen in dezelfde stand staan.
Naar uw baby luisteren zonder zelf gehoord
te worden
• Gebruik de volumeregelaar / aan/uit-knop (14) op het oudertoestel om
de geluidssterkte in de laagste stand te zetten (niet uitschakelen!).
>
De indicatielampjes ‘volume’ (9) waarschuwen u visueel wanneer de baby
geluid maakt. Hoe meer geluid uw baby maakt, hoe meer lampjes oplichten.
Controleren of beide toestellen met elkaar in
verbinding staan
• Controleer of het digitale indicatielampje ‘verbinding’ (11) op het
oudertoestel continu groen oplicht om aan te geven dat de verbinding
tussen beide toestellen betrouwbaar is.
Wanneer het indicatielampje rood knippert, plaats dan het oudertoestel
dichter bij het babytoestel. Het indicatielampje knippert wanneer de
toestellen langer dan 30 sec. buiten elkaars bereik komen of wanneer het
signaal wordt gestoord.
Alarmzoemer inschakelen
Indien gewenst kunt u het oudertoestel zodanig instellen dat het een
alarmsignaal geeft zodra de toestellen buiten elkaars bereik komen.
Deze alarmzoemer op het oudertoestel is standaard uitgeschakeld.
1 Open het deksel (17) van het batterijcompartiment.
2 Zet de schakelaar (18) in het toestel in de aan-stand ().
3 Sluit het deksel (17) van het batterijcompartiment.
Het indicatielampje ‘verbinding’ (11) knippert ook wanneer de alarmzoemer
is gedeactiveerd.
NEDERLANDS 35
O
F
F
O
N
V
O
L
U
ME
DC 9V
SYSTEM CHECK
LEVEL
O
F
F
O
N
V
O
L
U
ME
DC 9V
+
+
+
+
+
+
+
+
+
A
B
C
HAN
N
E
L