klik.
8• Om het voorwiel aan te brengen, drukt u op de
knop op het voetenplankje en steekt u het wiel
naar binnen. Controleer de correcte vastkoppeling
door de wielen omlaag te trekken.
9• Om de mand te monteren, drukt u op de twee
zijknoppen en trekt u de stang van de mand naar
buiten.
10• Steekt de stang in het weefsel van de mand. Plaats
de stang met de mand in de betreffende zitting,
tot u de klik hoort.
11• Haak de mand aan de voorkant vast, door de
sleuven ronde de haken onder de benensteun
te plaatsen. Om de mand aan de zijkant te
bevestigen, plaatst u de stang omlaag en plaatst
u de sleuven rond de haken, zoals de afbeelding
toont.
DRAAGBUIDEL
12• De bijgeleverde draagbuidel kan aan het stuur
bevestigd worden. Plaats de buidel zoals de
afbeelding toont en duw hem tot het einde toe
omlaag in de zitting van de handgreep (doe dit
aan beide zijden).
13• De draagbuidel wordt een accessoire van de tas
omdat het ook gedragen kan worden met gebruik
van de betreffende gordel.
KAP
14• Om de kap te bevestigen steekt u de
aansluitpunten in de betreffende zittingen, zoals
de afbeelding toont.
15• Knoop de kap vast op de achterkant van de
rugleuning en aan de binnenkant van de
armleuningen, zoals de afbeelding toont.
16• Plaats het kompas omlaag om de kap te openen.
17• De kap volgt de schuine stand van de rugleuning.
Door het mobiele deel van de kap op te tillen
treft u een inzetstuk van net dat de baby van een
betere luchtverversing voorziet en u in staat stelt
de baby in iedere positie te kunnen zien.
18• De kap kan heel makkelijk in een zonnenscherm
veranderd worden, zie de afbeelding.
19• Om de kap te verwijderen sluit u de kompassen,
knoopt u de kap los, drukt u op de knop, zoals de
afbeelding toont en trekt u op hetzelfde moment
de aansluiting van de kap uit diens zitting (doe dit
aan beide zijden).
DEKEN
20• Om de deken vast te maken, maakt u de rits
ervan vast aan die van de benensteun, zoals de
afbeelding toont.
REGENSCHERM
21• Om het regenscherm te monteren moet u de
rits ervan verbinden met die van de kap en het
regenscherm aan de zijkant vastknopen aan de
kap.
22• Bevestig het elastiek van het regenscherm aan de
basis van de voorstangen. Vastknopen zoals de
afbeelding toont.
23• Het praktische regenscherm kan omlaag geplaatst
worden door de rits te openen en blijft aan de
wandelwagen bevestigd, dankzij de knopen.
24• Dit regenscherm is tevens ontworpen om gebruikt
te worden wanneer het autozitje Primo Viaggio
op de wandelwagen bevestigd is, en garandeert
volledige bescherming.
• Gebruik het regenscherm niet in een gesloten
ruimte, en controleer altijd of het kind het niet te
warm heeft.
• Plaats het PVC regenscherm niet nabij
warmtebronnen en pas op voor sigaretten.
• Controleer of het regenscherm geen belemmering
vormt voor de bewegende mechanismen van het
onderstel of van de wandelwagen.
• Neem het regenscherm altijd weg voordat u het
onderstel of de wandelwagen sluit.
• Wassen met een spons en zeepsop, zonder
reinigingsproducten te gebruiken.
REM
25• Om de wandelwagen te remmen, trekt u de
handgreep op het stuur naar u toe (dynamische
rem). Om de rem te blokkeren, activeert u
de blokkeerhendel zoals de afbeelding toont
(parkeerrem).Activeer altijd de rem wanneer u
stilstaat.
VEILIGHEIDSGORDEL
26• A: Controleer of de bretel correct vastgemaakt is
door erop te duwen zoals de afbeelding toont. B:
Maak de gordel vast zoals de afbeelding toont.
27• Om de gordel los te maken duwt u aan beide
kanten van de gesp en trekt u op hetzelfde
moment de taillegordel in buitenwaartse richting.
28• De nieuwe veiligheidsgordel van vandaag is
nog makkelijker te dragen, dankzij het “los-
vast” systeem. Voordat u de gordel inderdaad
vastmaakt, bevestigt u het gespje aan de
rugleuning, door het lipje in de daarvoor
betreffende doorgaande opening te steken,
zoals de afbeelding toont. Wanneer de gordel
eenmaal aan het kind bevestigd is kunt u hem
losmaken van de rugleuning, zodat het kind meer
bewegingsvrijheid heeft. Het gespje moet onder
de schouders van het kind blijven.
INSTELLING RUGLEUNING
29• De rugleuning van de wandelwagen kan in
meerdere standen gezet worden. Om de
rugleuning achterover te plaatsen tilt u de
handgreep omhoog, en duwt u op hetzelfde
moment de rugleuning achterover, die u vastzet in
de gewenste stand. Om de rugleuning overeind te
zetten duwt u hem omhoog.
INSTELLING BENENSTEUN
30• De benensteun kan in twee standen gezet worden.
Om hem omlaag te plaatsen trekt u de twee
hendeltjes aan de zijkanten omlaag en plaatst u
de benensteun op hetzelfde moment omlaag. Om
de benensteun omhoog te plaatsen duwt u hem
omhoog tot de klik.
VOORWIEL: VAST OF STUREND
31• Om het voorwiel in een vaste stand te zetten,
moet de knop tegen de wijzers van de klok in
gedraaid worden (hangslot gesloten).
32• Om het voorwiel sturend te maken, moet de knop
met de wijzers van de klok mee gedraaid worden
(hangslot geopend).
POMPJE
33• Om de wielen op te pompen, gebruikt u het
pompje onder de zitting.
Trek het koordje van de pomp naar buiten zoals
afbeelding (A) toont en schroef het aan het andere
uiteinde (B) vast.
34• Schroef het dopje van het wiel (A) los en schroef
het uiteinde van het koordje van de pomp (B) vast,
zoals de afbeelding toont.
VERING WIELEN
35• Alle wielen hebben een vering. De vering van
de achterwielen kan ingesteld worden. Het is
mogelijk om te kiezen tussen ”HARD”, voor zachte
oppervlakken zoals zand en gras, “SOFT”, voor
onregelmatig terrein zoals onverharde wegen en
kiezelpaden, en “MEDIUM”, voor glad en compact
terrein. Om de vering van de achterwielen in te
stellen draait u aan de knop en kiest u één van de
drie instellingen. Het wordt aangeraden voor beide
achterwielen dezelfde vering in te stellen.