Synchronisatie van het 2
e
sluitergordijn
Wanneer u van een bewegend onderwerp een flitsopname met de synchronisatie op een langere sluitertijd
maakt zal het lichtspoor doorgaans voorafgaand aan het onderwerp worden belicht. Normaliter wordt de
flitser immers geactiveerd als het 1
e
sluitergordijn geheel is geopend. Het onderwerp wordt dus vanaf het
moment van flitsactivatie belicht totdat de sluiter weer dicht is (synchronisatie op het 1
e
sluitergordijn). Maar
wanneer u de synchronisatie op het 2
e
sluitergordijn gebruikt zal de flitser pas ontsteken vlak voor dat het 2
e
sluitergordijn dicht gaat. Hierdoor wordt het onderwerp belicht vanaf het moment dat de sluiter open gaat tot
dat de flitser ontsteekt. Het lichtspoor wordt nu achter het onderwerp belicht waardoor een natuurlijker effect
ontstaat.
1. Selecteer de gewenste camera instelling.
2. Selecteer de gewenste flitsinstelling, TTL of M mode, (de SD9 en
SD10 kunnen alleen in de M mode worden ingesteld).
3. Druk op + of – toets, zal op het LCD display worden
weergegeven
4. Stel de scherpte in en maak de opname als het OK lampje brandt
■ Synchronisatie op het 1
e
sluitergordijn zal worden ingesteld indien
het symbool niet op het LCD display zichtbaar is
■ Indien de camera (SA-300, SA-300N en SA-5) op de volautomatische instelling “
” staat zal deze functie
niet werken
■ Om de synchronisatie op het 2
e
sluitergordijn te annuleren dient u op de
+
of
–
toets te drukken tot het
symbool niet meer op het LCD display zichtbaar is
Rode-ogen reductie
Bij het maken van flitsopnamen komt het vaak voor dat het flitslicht reflecteert in de ogen waardoor het
effect van rode ogen ontstaat. Indien u de rode-ogen functie gebruikt zal de flitser gedurende ongeveer 1
sec. enkele “voorflitsen” geven voordat de werkelijke opname wordt gemaakt. Dit zal het rode-ogen effect
sterk doen afnemen.
1. Druk op de MODE toets om de TTL of M mode te selecteren.
2. Druk op de
+
of
–
toets tot dat het symbool zichtbaar wordt op
het LCD display.
3. Stel scherp en controleer of het OK lampje brandt.
ۋ Om de functie te annuleren dient u het symbool uit te schakelen
ۋ Indien de camera (SA-300, SA-300N en SA-5) op de
volautomatische instelling “
” staat zal deze functie niet werken.
Model / Testflits
Het is mogelijk om vooraf een Model / Testflits te geven om de uitlichting en schaduwvorming etc. te beoordelen.
1. Druk op de MODE toets om de functie te activeren.
2. Druk herhaaldelijk op de
+
of
–
toets tot het symbool zichtbaar is.
3. Controleer of de flitser volledig is opgeladen en druk op de TEST toets.
Belichtingscompensatie
U kunt de belichtingscompensatie van de flitser ook toepassen in
combinatie met dezelfde functie op de camera om een juiste balans in
de belichting te vinden tussen voor- en achtergrond. De
belichtingscompensatie kan in stappen van 1/2 stops (1/3 stops bij de
SD10) tussen +/–3 stops worden gekozen.
1. Druk op de MODE toets en selecteer de TTL mode.
2. Druk op de SEL toets zodat het gaat knipperen.
3. Druk op de + of – toets om de gewenste compensatiewaarde in te stellen.