![](https://pdfstore-manualsonline.prod.a.ki/pdfasset/d/bf/dbf17def-dde7-4100-ac73-047c207538e4/dbf17def-dde7-4100-ac73-047c207538e4-bga.png)
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
8 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 A
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE
Als u klaar bent, moet u de volgende handelingen
uitvoeren voordat u machine achterlaat:
– zet de filterschudder aan door middel van de
handgreep (19, Afb. C).
– leeg de afvalcontainer (16, Afb. C) (zie de instructies
in het vorige deel)
– breng de zijborstel omhoog met behulp van de hendel
(10, Afb. C)
– haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B)
– controleer of de machine niet uit zichzelf kan
bewegen
– schakel het rempedaal (25, Afb. C) (optioneel) in
– sluit het benzinekraantje (1, Afb. V) via de ruimte (29,
Afb. C).
MAXIMALE VOORWAARTSE BEWEGING
De machine kan op maximale snelheid draaien als de
contactsleutel 2, Afb. B) in stand “0” of stand “I” staat.
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt,
raden wij u het volgende aan:
1. Controleer of de opbergruimte van de machine
schoon en droog is.
2. Zet de machine iets omhoog zodat de flaps, de
hoofdborstel en de wielen de grond niet raken.
3. Behandel de benzinemotor zoals wordt beschreven
in de gebruikershandleiding.
EERSTE GEBRUIKSPERIODE
Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 8 uur) moet u de
volgende handelingen uitvoeren:
1. Controleer of alle bevestigings- en
aansluitingselementen nog goed vast zitten;
controleer of alle zichtbare onderdelen nog intact zijn
en geen lekkage vertonen.
2. Na de eerste 20 bedrijfsuren of na de eerste maand
moet de olie van de benzinemotor worden ververst
(zie de instructies in de handleiding van de motor).
ONDERHOUD
De levensduur van de machine en de optimale veilige
werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en
regelmatig onderhoud.
Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig
onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van
de specifieke werkomstandigheden en worden bepaald
door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.
Alle regelmatige of buitengewone
onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd
door bevoegd personeel of bij een bevoegd
servicecentrum.
In deze handleiding worden alleen de eenvoudigste en
meest voorkomende onderhoudswerkzaamheden aan de
machine beschreven.
Zie voor andere procedures dan de
onderhoudswerkzaamheden uit het gewone en
buitengewone onderhoudsschema de handleiding van de
benzinemotor en/of ga naar de bevoegde servicecentra.
LET OP!
De onderhoudswerkzaamheden moeten bij
een uitgeschakelde machine worden
uitgevoerd (de contactsleutel voor
starten/stoppen moet uit het contact zijn
gehaald). Lees altijd alle instructies in het
hoofdstuk Veiligheid.